Zegen
Column van Jan van den Brink over de begrotingsraad, onzekerheden en ons volkslied.
Deze column is verschenen in het Puttens Weekblad van 13 november 2019.
Op 14 november 2019 debatteert de gemeenteraad over de begroting voor het komende jaar. De behandeling ervan in de raad kun je wel zien als een hoogtepunt in de vergadercyclus. Logisch, de begroting omvat het totale gemeentelijke beleid met de bijbehorende kosten enerzijds en de dekking van die kosten anderzijds.
Voor elke begroting geldt dat het een mate van onzekerheid in zich heeft: we kunnen niet in de toekomst kijken en weten nooit welke (onverwachte) ontwikkelingen op ons af komen. De afgelopen jaren zijn de kosten die in de begroting geraamd waren op een aantal punten flink uit de bocht gevlogen.
Bij de kosten voor jeugdzorg bijvoorbeeld zaten we er tonnen naast. Maar de eikenprocessierups is er ook één die niet te voorzien was en zorgde dat de post 'ongediertebestrijding' tienduizenden euro's hoger uitviel. Onzekerheid dus.
Ten tijde van oud-wethouder Gerritsen heeft de risicoparagraaf in de begroting flink meer body gekregen. We willen de risico's in kaart hebben: hoe groot zijn welke risico's en wat zou het ons dan kosten?
Maar ondanks dat: onzekerheid.
We weten immers niet wat het nieuwe jaar ons brengen zal. We hebben het leven met alles wat er op onze weg komt niet in de vingers.
Het lijkt erop dat het college van burgermeester en wethouders dat begrepen heeft, want in de aanbiedingsbrief van de begroting spreken zij de wens uit "...dat Gods zegen op onze arbeid zal rusten." Dat is wat anders dan voorspoed en vooral: méér dan voorspoed.
Beter de gunst en bescherming van God dan een paar euro's. Dat is allerminst vanzelfsprekend.
Je zou kunnen zeggen: er is altijd verband met die regels uit ons volkslied: "Mijn Schild ende betrouwen zijt Gij o God mijn Heer', op U zo wil ik bouwen, verlaat mij nimmermeer."
Met die belijdenis en bede moeten we de begroting maar vaststellen.